west

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • west
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘windstreek’ voor het eerst aangetroffen in 822 [1]
  • erfwoord Van Proto-Indo-Europees *wes-, mogelijk van Proto-Indo-Europees *we- (naar beneden gaan). De betekenis is in dat geval eigenlijk: daar waar de zon ondergaat. Ook verwant met Latijn vesper (avond, het westen).

Bijwoord

west

  1. (windstreek) de richting waarin de zon ondergaat
     Zo was de eenvoudige monnik uit Myra, die in de vierde eeuw plotseling in de geschiedenis kwam als de weldoener van alle mensen - en er korte tijd later weer uit verdween - nu in oost en west bekend.[2]
Antoniemen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen

standaardafleidingen:WestwestelijkwestenWestenwester (westenwind)

Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen



Engels

enkelvoud meervoud
west -

Zelfstandig naamwoord

west

  1. (windstreek) west, westen.