Naar inhoud springen

vallei

Uit WikiWoordenboek
  • val·lei
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘dal’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1330 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord vallei valleien
verkleinwoord valleitje valleitjes

de valleiv / m

  1. een laagte tussen bergen
    • In bergachtige gebieden wonen de meeste mensen in een 'vallei.' 
     Het pad slingerde langs rotsige heuvels en uitgestrekte valleien.[2]
99 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[3]