roepen/vervoeging

Uit WikiWoordenboek


Verwijzingen

  1. Bij de zogeheten sterke (of geheel onregelmatige) werkwoorden wordt de onvoltooid verleden tijd van de tweede persoon bij ge of gij zowel in het enkelvoud als in het meervoud gevormd door toevoeging van -t aan de verledentijdsvorm. [1]