microscoop
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: microscoop (hulp, bestand)
- IPA: /mɪkroˈskoːp/
Woordafbreking
- mi·cro·scoop
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘optisch instrument’ voor het eerst aangetroffen in 1744 [1]
- met het voorvoegsel micro- en met het achtervoegsel -scoop [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | microscoop | microscopen |
verkleinwoord | microscoopje | microscoopjes |
Zelfstandig naamwoord
microscoop m
- (optica) instrument voor het bestuderen van objecten die te klein zijn om goed met het blote oog gezien te kunnen worden
- Bacteriën kunnen worden gezien met behulp van een microscoop.
Hyponiemen
Verwante begrippen
Hyponiemen
- elektronenmicroscoop, polarisatiemicroscoop, prepareermicroscoop, rasterelektronenmicroscoop, spiegelmicroscoop, stereomicroscoop, ultramicroscoop
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Vertalingen
1. instrument
Gangbaarheid
- Het woord microscoop staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "microscoop" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[3] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ "microscoop" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ microscoop op website: Etymologiebank.nl
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 10
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Voorvoegsel micro- in het Nederlands
- Achtervoegsel -scoop in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Optica in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 99 %
- Prevalentie Vlaanderen 100 %