telescoop
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
![]() |
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- te·le·scoop
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Italiaans of Latijn, in de betekenis van ‘verrekijker’ voor het eerst aangetroffen in 1740 [1]
- met het voorvoegsel tele- en met het achtervoegsel -scoop [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | telescoop | telescopen |
verkleinwoord | telescoopje | telescoopjes |
Zelfstandig naamwoord
telescoop m
- (techniek), (optica), (astronomie) een optisch instrument, waarmee ver verwijderde objecten bekeken kunnen worden
- In 1655 ontdekte Christiaan Huygens met een telescoop de grootste maan van Saturnus.
Synoniemen
Meroniemen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Vertalingen
1. een optisch instrument, waarmee ver verwijderde objecten bekeken kunnen worden
Gangbaarheid
- Het woord telescoop staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "telescoop" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[3] |
Meer informatie
- Zie de doorverwijspagina op Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ "telescoop" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ telescoop op website: Etymologiebank.nl
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 9
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 3 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Voorvoegsel tele- in het Nederlands
- Achtervoegsel -scoop in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Techniek in het Nederlands
- Optica in het Nederlands
- Astronomie in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 100 %
- Prevalentie Vlaanderen 100 %