inluiden/vervoeging

vervoeging van de bedrijvende vorm van inluiden
onbepaalde wijs			kort			lang
onvoltooid	tegenwoordig		inluiden			in te luiden
	toekomend		zullen inluiden in zullen luiden			te zullen inluiden in te zullen luiden
voltooid	tegenwoordig		hebben ingeluid			te hebben ingeluid
	toekomend		ingeluid zullen hebben			ingeluid te zullen hebben
	onvoltooid deelwoord		voltooid deelwoord			gebiedende wijs		aanvoegende wijs
	inluidend		ingeluid			ev. luid in	mv. verouderd luidt in	luide in (bijzin) inluide
aantonende wijs	enkelvoud					meervoud
onvoltooid	eerste	tweede			derde	eerste	tweede	derde
hoofdzin	ik	jij, je	u	gij, ge	hij, zij, het	wij, we	jullie	zij, ze
tegenwoordig (o.t.t.)	luid in	luidt in	luidt in	luidt in	luidt in	luiden in	luiden in	luiden in
verleden (o.v.t.)	luidde in	luidde in	luidde in	luidde in	luidde in	luidden in	luidden in	luidden in
toekomend (o.t.t.t.)	zal inluiden	zult/zal inluiden	zult/zal inluiden	zult inluiden	zal inluiden	zullen inluiden	zullen inluiden	zullen inluiden
voorwaardelijk (o.v.t.t.)	zou inluiden	zou inluiden	zou(dt) inluiden	zoudt inluiden	zou inluiden	zouden inluiden	zouden inluiden	zouden inluiden
bijzin	.. dat ik	.. dat jij, je	.. dat u	.. dat gij	.. dat hij, zij, het	.. dat wij	.. dat jullie	.. dat zij
tegenwoordig (o.t.t.)	inluid	inluidt	inluidt	inluidt	inluidt	inluiden	inluiden	inluiden
verleden (o.v.t.)	inluidde	inluidde	inluidde	inluidde	inluidde	inluidden	inluidden	inluidden
toekomend (o.t.t.t.)	zal inluiden in zal luiden	zult/zal inluiden in zult/zal luiden	zult/zal inluiden in zult/zal luiden	zult inluiden in zult luiden	zal inluiden in zal luiden	zullen inluiden in zullen luiden	zullen inluiden in zullen luiden	zullen inluiden in zullen luiden
voorwaardelijk (o.v.t.t.)	zou inluiden in zou luiden	zou inluiden in zou luiden	zou(dt) inluiden in zou(dt) luiden	zoudt inluiden in zoudt luiden	zou inluiden in zou luiden	zouden inluiden in zouden luiden	zouden inluiden in zouden luiden	zouden inluiden in zouden luiden
voltooid	eerste	tweede			derde	eerste	tweede	derde
	ik	jij, je	u	gij	hij, zij, het	wij	jullie	zij
tegenwoordig (v.t.t.)	heb ingeluid	hebt ingeluid	hebt/heeft ingeluid	hebt ingeluid	heeft ingeluid	hebben ingeluid	hebben ingeluid	hebben ingeluid
verleden (v.v.t.)	had ingeluid	had ingeluid	had ingeluid	hadt ingeluid	had ingeluid	hadden ingeluid	hadden ingeluid	hadden ingeluid
toekomend (v.t.t.t.)	zal ingeluid hebben	zal/zult ingeluid hebben	zult/zal ingeluid hebben	zult ingeluid hebben	zal ingeluid hebben	zullen ingeluid hebben	zullen ingeluid hebben	zullen ingeluid hebben
voorwaardelijk (v.v.t.t.)	zou ingeluid hebben	zou ingeluid hebben	zou/zoudt ingeluid hebben	zoudt ingeluid hebben	zou ingeluid hebben	zouden ingeluid hebben	zouden ingeluid hebben	zouden ingeluid hebben
onpersoonlijke lijdende vorm ingeluid worden
	onvoltooid				voltooid
tegenwoordig	er wordt ingeluid				er is ingeluid
verleden	er werd ingeluid				er was ingeluid
toekomend	er zal ingeluid worden				er zal ingeluid zijn
voorwaardelijk	er zou ingeluid worden				er zou ingeluid zijn
lijdende vorm ingeluid worden
onbepaalde wijs			kort			lang
onvoltooid	tegenwoordig		ingeluid worden			ingeluid te worden
	toekomend		ingeluid zullen worden			ingeluid te zullen worden
voltooid	tegenwoordig		ingeluid zijn			ingeluid te zijn
	toekomend		ingeluid zullen zijn			ingeluid te zullen zijn
	enkelvoud					meervoud
onvoltooid	eerste	tweede			derde	eerste	tweede	derde
	ik	jij, je	u	gij	hij, zij, het	wij	jullie	zij
tegenwoordig (o.t.t.)	—	—	—	—	wordt ingeluid	—	—	worden ingeluid
verleden (o.v.t.)	—	—	—	—	werd ingeluid	—	—	werden ingeluid
toekomend (o.t.t.t.)	—	—	—	—	zal ingeluid worden	—	—	zullen ingeluid worden
voorwaardelijk (o.v.t.t.)	—	—	—	—	zou ingeluid worden	—	—	zouden ingeluid worden
voltooid	eerste	tweede			derde	eerste	tweede	derde
	ik	jij, je	u	gij	hij, zij, het	wij	jullie	zij
tegenwoordig (v.t.t.)	—	—	—	—	is ingeluid	—	—	zijn ingeluid
verleden (v.v.t.)	—	—	—	—	was ingeluid	—	—	waren ingeluid
toekomend (v.t.t.t.)	—	—	—	—	zal ingeluid zijn	—	—	zullen ingeluid zijn
voorwaardelijk (v.v.t.t.)	—	—	—	—	zou ingeluid zijn	—	—	zouden ingeluid zijn