hersenen
Uiterlijk
- her·se·nen
- alleen meervoud van Middelnederlands hersene, in de betekenis van ‘deel van centrale zenuwstelsel’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1240. Tegenwoordig komt alleen het meervoud nog voor. [1][2][3]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | - | hersenen hersens |
verkleinwoord | - | hersentjes |
de hersenen mv
- (anatomie) waarnemend, aansturend, controlerend en informatieverwerkend orgaan in dieren
- De chirurg voert een operatie op de hersenen uit.
- ▸ Van alle fietsslachtoffers vorig jaar had ongeveer de helft (49 procent) een botbreuk. Maar een fietsongeluk kan ook leiden tot licht hersenletsel (13 procent) of ernstige schade aan de hersenen of de schedel (4 procent).[4]
- (figuurlijk) denkvermogen, intelligentie
- Veel hersenen heeft hij niet.
|
1. brein
- Het woord hersenen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "hersenen" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[5] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ hersenen op website: Etymologiebank.nl
- ↑ "hersenen" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑
Weblink bron
Noor de Kort“Nederlanders willen geen fietshelm, maar dat gaat misschien veranderen” (16 april 2025), NOS - ↑
Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 8
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 3 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Woord alleen in meervoud in het Nederlands
- WikiWoordenboek:Pagina's die ISBN magische koppelingen gebruiken
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Anatomie in het Nederlands
- Figuurlijk in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 99 %
- Prevalentie Vlaanderen 100 %