voorvoegsel

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • voor·voeg·sel
Woordherkomst en -opbouw
  • Afgeleid van voorvoegen met het achtervoegsel -sel. Dit is een leenvertaling van de Latijnse term praefix (in het Nederlands ontleend als prefix).
enkelvoud meervoud
naamwoord voorvoegsel voorvoegsels
verkleinwoord voorvoegseltje voorvoegseltjes

Zelfstandig naamwoord

het voorvoegselo

  1. (taalkunde) een gebonden morfeem dat voor een ander woord geplaatst wordt om iets aan de betekenis toe te voegen
    • Tot die laatste categorie behoorde luitenant D'Aulnay-Pradelle. Iedereen die het over hem had, liet de voornaam, het adellijk voorvoegsel, het Aulnay' en het verbindingsstreepje achterwege en zei gewoon `Pradelle, omdat bekend was dat hij daar pisnijdig om werd. [1] 
Synoniemen
Verwante begrippen
Woorddelen in het Nederlands (nld)

toevoegselvoorvoegselachtervoegselinvoegselomvoegsel
affixprefixsuffixinterfixcircumfix

Vertalingen

Gangbaarheid

100 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Lemaitre, Pierre
    Tot ziens daarboven 2014 ISBN 9789401601931 pagina 12
  2. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be