herneembaar

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • her·neem·baar
Woordherkomst en -opbouw
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen herneembaar herneembaarder herneembaarst
verbogen herneembare herneembaardere herneembaarste
partitief herneembaars herneembaarders -

Bijvoeglijk naamwoord

herneembaar

  1. terug te nemen
    • De provincie Groningen gaat proberen de richtlijn, die nog niet definitief is, aan te passen. Calon: ,,Wij willen dat het afval herneembaar is. Dat wil zeggen dat we het weer uit de ondergrond kunnen halen. [1] 

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Nederlands Dagblad 10 maart 2003