herhuisvesten

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  herhuisvesten    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• her·huis·ves·ten

Woordherkomst en -opbouw

• afleiding huisvesten met het voorvoegsel her-

Werkwoord

herhuisvesten

stamtijd
onbepaalde wijs	verleden tijd	voltooid deelwoord
herhuisvesten	herhuisvestte	geherhuisvest
zwak -t	volledig

1. opnieuw voorzien van een vaste woon- of verblijfplaats

   ▸ De ambities waren eigenlijk veel groter. Deze conferentie staat al anderhalf jaar op de agenda. In de aanloop waren de verwachtingen hooggespannen. Maar critici wijzen erop dat een oorspronkelijk voorstel om jaarlijks tien procent van de vluchtelingen te herhuisvesten, eruit is gehaald.

   ▸ De gemeente Zundert kan hierdoor direct beginnen met herhuisvesten van de meest kwetsbare bewoners. Die zijn vandaag geïnformeerd over het besluit en over de manier waarop de herhuisvesting gaat verlopen.

Synoniemen

• verhuizen

Gangbaarheid

• Het woord herhuisvesten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.