herschilderen

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • her·schil·de·ren
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

herschilderen [1]

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
herschilderen
herschilderde
herschilderd
zwak -d volledig
  1. opnieuw verven
     'Je kan wel iets doen aan de geurtjes, maar het is moeilijk om er helemaal van af te raken. Het beste wat je kan doen is de materialen vervangen, zoals een nieuw tapijt leggen en de muren herschilderen', luidt het advies.[2]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Bronlink geraadpleegd op 28 december 2021 Weblink bron
    Lien Buyck
    “Resten van sigarettenrook in stoffen giftiger dan gedacht” (24-06-2013), Tubantia