hemd
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
- hemd
Woordherkomst en -opbouw
- Van het Middelnederlandse hemede of hemde.[1] In de betekenis van ‘onderkledingstuk’ voor het eerst aangetroffen in 1240. [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | hemd | hemden |
verkleinwoord | hemdje | hemdjes |
Zelfstandig naamwoord
hemd o
- (kleding) kledingstuk voor het bovenlijf, meestal gemaakt van katoen, linnen of viscose en gedragen als boven- of als onderkleding
- Zijn hemd stak uit zijn broek.
- ▸ Hij stak de speksteenkachel aan met vers hout, restafval van de houtbewerking waar meer dan genoeg van was. Wanneer hij 's avonds met zijn bouwtekeningen en berekeningen boven bij de petroleumlamp zat, elektrisch licht was er alleen op de benedenverdieping, kon hij de temperatuur zo hoog laten worden dat hij ten slotte alleen nog in zijn hemd zat.[3]
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Uitdrukkingen en gezegden
Iemand vernederen
Iemand helemaal uitvragen
Voor gek staan
Erg arm zijn
Wat je niet hebt, kun je desnoods van iemand anders lenen
Iemands eigen familie gaat voor diegene boven anderen
Wie sterft, kan niets meer meenemen
|
Vertalingen
1. kledingstuk voor het bovenlijf
Gangbaarheid
- Het woord hemd staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "hemd" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[4] |
Meer informatie
- Zie de doorverwijspagina op Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ hemd op website: Etymologiebank.nl
- ↑ "hemd" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)“Kop in het zand” (2015), Uitgeverij Prometheus, ISBN 9789044628142
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be