hemdrok
Uiterlijk
- hemd·rok
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | hemdrok | hemdrokken |
verkleinwoord |
de hemdrok m
- (kleding) (verouderd) soort overhemd met een dubbele rij knopen aan de voorkant en lange mouwen
- ▸ Boven, in een kamer vol kasten en dozen, haalt hij voorzichtig een gebloemde mannenjas uit een la. „Dit is een heel zeldzame hemdrok uit de achttiende eeuw. Kun je zien hoe kleurrijk de klederdracht voor mannen toen was. Het is toch jammer als zoiets in een verkleedkist van een toneelvereniging verdwijnt.[2]
- ▸ Zo hebben generaties lang kinderen in jakje of damasten hemdrok dezelfde dansjes en versjes ingestudeerd en opgetreden in zorgcentra, op feesten en partijen en op braderieën.[3]
- Het woord 'hemdrok' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "hemdrok" herkend door:
50 % | van de Nederlanders; |
57 % | van de Vlamingen.[4] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron Neline Boogert“Rein Lotterman verzamelt historische kledingstukken” (09-07-2013), Reformatorisch Dagblad
- ↑ Weblink bron “De tijd staat even stil in Markelo” (11-06-2007), Tubantia
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 7
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Kleding in het Nederlands
- Verouderd in het Nederlands
- Niet in Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 50 %
- Prevalentie Vlaanderen 57 %