geboorte

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ge·boor·te
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord geboorte geboorten
geboortes
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de geboortev

  1. bevalling, actie waarbij een organisme uit zijn/haar moeder komt en aan zijn zelfstandige leven begint
  2. een beginpunt
    • Dat was de geboorte van een nieuw tijdperk. 
  3. (bouwkunde) onderste deel van een boog of gewelf
Verwante begrippen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

100 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen