bevalling
Nederlands

?
Uitspraak
- Geluid: bevalling (hulp, bestand)
- IPA: / bəˈvɑlɪŋ / (3 lettergrepen)
- (Noord-Nederland): /bə.ˈvɑ.lɪŋ/
- (Vlaanderen, Brabant): /bə.ˈvɑ.lɪŋ/
- (Limburg): /bə.ˈvɑ.lɪŋ/
Woordafbreking
- be·val·ling
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bevalling | bevallingen |
verkleinwoord | bevallinkje | bevallinkjes |
Zelfstandig naamwoord
bevalling v
- het baren van een kind
- Na de bevalling werd de navelstreng doorgeknipt.
- Wij vloggen alles en daar hoort de bevalling van onze jongste dochter ook bij”, vertelt moeder Fara. “Een kindje dat ter wereld komt, is het grootste wonder dat bestaat. Wij laten het echte leven zien, daar hoort dit ook bij. [1]
Synoniemen
Hyponiemen
Verwante begrippen
Vertalingen
1. het baren van een kind
Gangbaarheid
- Het woord bevalling staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "bevalling" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Trouw Babette Rijkhoff– 12:14, 31 maart 2018 Het succes van de familievloggers: 'We hebben een tijdje met de gordijnen dicht geleefd'
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 9
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 3 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Achtervoegsel -ing in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 100 %
- Prevalentie Vlaanderen 100 %