flekční

Tsjechisch

Uitspraak

• IPA: /flɛktʃɲiː/

Woordafbreking

• flek·ční

Woordherkomst en -opbouw

• Afgeleid van het zelfstandig naamwoord flexe met het achtervoegsel -ční

Bijvoeglijk naamwoord

flekční

1. (medisch) flexie-; met betrekking tot flexie

Verbuiging

	enkelvoud				meervoud
	mannelijk		vrouwelijk	onzijdig	mannelijk		vrouwelijk	onzijdig
	bezield	onbezield			bezield	onbezield
nominatief	flekční				flekční
genitief	flekčního		flekční	flekčního	flekčních
datief	flekčnímu		flekční	flekčnímu	flekčním
accusatief	flekčního	flekční			flekční
vocatief	flekční				flekční
locatief	flekčním		flekční	flekčním	flekčních
instrumentalis	flekčním		flekční	flekčním	flekčními

Synoniemen

• flexní
• ohýbací

Verwijzingen

• Internetová jazyková příručka - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)
• Slovník spisovného jazyka českého - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)