Naar inhoud springen

fibula

Uit WikiWoordenboek
  • fi·bu·la
enkelvoud meervoud
naamwoord fibula fibula's
fibulae
verkleinwoord - -

de fibulav / m

  1. (kleding) (geschiedenis) speld om kleren bij elkaar te houden
    • Tweeduizend jaar lang bloeide de kunst van de fibula: de kledingspeld waarmee mantels en, jurken werden dichtgehouden. Tot in de elfde eeuw een nieuwe uitvinding doorbrak: de knoop. In Nederland alleen zijn er al 25.000 fibula’s teruggevonden. [3]
  2. (anatomie) lang bot in het onderbeen, naast het scheenbeen
    • De fibula is met het onderste deel van het scheenbeen verbonden bij de laterale gewrichtsknobbel van het scheenbeen. [4]
50 % van de Nederlanders;
59 % van de Vlamingen.[5]


1. Romeinse speld
  • IPA: /ˈfiː.bu.la/
  • fí·bu·la

fībula v

  1. speld, gesp