can

Uit WikiWoordenboek

Engels

Uitspraak
Woordherkomst en -opbouw
  • Werkwoord:
    1: Afkomstig van het Oudengelse werkwoord cunnan. Verwant aan o.a. het Nederlandse kunnen, het Duitse können, het Latijnse noscere en het Oudgriekse γιγνώσκω. Via het Proto-Germaanse kunnaną verder te herleiden tot de gereconstrueerde Proto-Indo-Europese wortel ǵneh₃-.
    2: Verbalisering van het zelfstandig naamwoord can.
  • Zelfstandig naamwoord: Afkomstig van het Oudengelse canne. Verwant met bijv. het Nederlandse kan (huishoudelijk voorwerp).
vervoeging
onbepaalde wijs to  be able to 
he/she/it  can 
verleden tijd  could 
voltooid
deelwoord
 -, couth 
onvoltooid
deelwoord
gebiedende wijs

Werkwoord

can

  1. hulpwerkwoord kunnen
    «Turkey meatballs can be used.»
    Turkse gehaktballen kunnen worden gebruikt.
Naar frequentie 5760 (werkwoord)


vervoeging
onbepaalde wijs to  can 
he/she/it  cans 
verleden tijd  canned 
voltooid
deelwoord
 canned 
onvoltooid
deelwoord
 canning 
gebiedende wijs  can 

Werkwoord

can

  1. inblikken
Naar frequentie 4005 (naamwoord)
enkelvoud meervoud
can cans

Zelfstandig naamwoord

can

  1. blik (metalen voorwerp)
    «A can of soup.»
    Een blik soep.
Naar frequentie 37 (modaal werkwoord)


Galicisch

Uitspraak

Zelfstandig naamwoord

can m

  1. (roofdieren) hond


Interlingua

Uitspraak

Zelfstandig naamwoord

can

  1. (roofdieren) hond


Occitaans

Uitspraak
Woordafbreking
  • can
enkelvoud meervoud
can cans

Zelfstandig naamwoord

can m

  1. (roofdieren) hond


Turks

Zelfstandig naamwoord

can

  1. geest
  2. leven
  3. kracht
  4. hart


Welsh

enkelvoud meervoud
 can 

Zelfstandig naamwoord

can m

  1. (voeding) bloem