Naar inhoud springen

canne

Uit WikiWoordenboek
enkelvoud meervoud
zonder lidwoord met lidwoord zonder lidwoord met lidwoord
  canne     la canne     cannes     les cannes  

canne v

  1. rietstengel
  2. wandelstok, stok die dient als steun bij het wandelen en beschermt tegen vallen
  3. (spreektaal) poot, stelt
    «Bruno, il avait tellement tisé qu’il tenait plus sur ses cannes
    Bruno had zoveel gezopen dat-ie niet meer op zijn poten kon staan. [1]
vervoeging van
canner

canne

  1. eerste en derde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (indicatif présent) van canner
  2. eerste en derde persoon enkelvoud tegenwoordige aanvoegende wijs (subjonctif présent) van canner
  3. tweede persoon enkelvoud gebiedende wijs (impératif présent) van canner