canna
Nederlands
Uitspraak
- (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
- can·na
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | canna | canna's |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
canna [2]
- (bloemplanten) een geslacht Canna van eenzaadlobbige planten. Het zijn tropische en subtropische planten met grote, brede bladeren en gele, oranje of rode bloemen (of varianten daarvan). Deze zomerbloeiende planten worden 1-2 m hoog en hebben een uitgebreid rizomenstelsel . Meerjarige soorten kunnen in België en Nederland wel aangeplant worden, mits de nodige voorzorgen
Hyperoniemen
Afgeleide begrippen
Gangbaarheid
- Het woord 'canna' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.