burkinafaský

Tsjechisch

Uitspraak

• IPA: /bʊrkɪnafaskiː/

Woordherkomst en -opbouw

• Afgeleid van de eigennaam Burkina Faso met het achtervoegsel -ský

Bijvoeglijk naamwoord

burkinafaský

1. (demoniem) Burkinees; met betrekking tot het land Burkina Faso
2. (demoniem) Burkinees; met betrekking tot het volk de Burkinezen

Verbuiging

	enkelvoud				meervoud
	mannelijk		vrouwelijk	onzijdig	mannelijk		vrouwelijk	onzijdig
	bezield	onbezield			bezield	onbezield
nominatief	burkinafaský		burkinafaská	burkinafaské	burkinafaští	burkinafaské		burkinafaská
genitief	burkinafaského		burkinafaské	burkinafaského	burkinafaských
datief	burkinafaskému		burkinafaské	burkinafaskému	burkinafaským
accusatief	burkinafaského	burkinafaský	burkinafaskou	burkinafaské	burkinafaské			burkinafaská
vocatief	burkinafaský		burkinafaská	burkinafaské	burkinafaští	burkinafaské		burkinafaská
locatief	burkinafaském		burkinafaské	burkinafaském	burkinafaských
instrumentalis	burkinafaským		burkinafaskou	burkinafaským	burkinafaskými

Verwijzingen

• Internetová jazyková příručka - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)