borstel
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Inhoud
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- bor·stel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | borstel | borstels |
verkleinwoord | borsteltje | borsteltjes |
Zelfstandig naamwoord
borstel m
- (gereedschap) een gebruiksvoorwerp bestaande uit een bundel of bundels haren of vezels die in een houder of aan een blad van hout of een andere stof zijn vastgehecht
- Kun je me die borstel even aanreiken?
- (huishouden) grove kwast of op een bezem gelijkend gereedschap
- (België) verfkwast
Hyponiemen
|
Afgeleide begrippen
Vertalingen
Werkwoord
vervoeging van |
---|
borstelen |
borstel
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van borstelen
- Ik borstel.
- gebiedende wijs van borstelen
- Borstel!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van borstelen
- Borstel je?
Gangbaarheid
- Het woord borstel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'borstel' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 7
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Gereedschap in het Nederlands
- Huishouden in het Nederlands
- Werkwoordsvorm in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 100 %
- Prevalentie Vlaanderen 100 %