bevege
Uiterlijk
- be·ve·ge
- Afkomstig uit het Nederduits met het voorvoegsel be-
Naar frequentie | 3278 |
---|
vervoeging | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs | bevege | bevege |
tegenwoordige tijd | beveger | beveger |
verleden tijd | beveget bevega |
bevegde |
voltooid deelwoord |
beveget bevega |
bevegd |
onvoltooid deelwoord |
bevegende | bevegende |
lijdende vorm | beveges | beveges |
gebiedende wijs | beveg | beveg |
vervoegingsklasse | Klasse 1 zwak | Klasse 3 zwak |
opmerking | optioneel | optioneel |
bevege
- overgankelijk bewegen, verplaatsen, overbrengen, verleggen, verroeren
- «Vinden beveger bladene på trærne.»
- De wind beweegt de bladeren aan de bomen.
- «Vinden beveger bladene på trærne.»
- overgankelijk, (figuurlijk) ontroeren
- «Hun bli beveget av et dikt.»
- Ze was ontroerd door een gedicht.
- «Hun bli beveget av et dikt.»
- overgankelijk, (figuurlijk) begeesteren, enthousiasmeren, frapperen, indruk maken op, motiveren, raken, treffen
- «Brevet beveget meg sterkt.»
- De brief heeft grote indruk op mij gemaakt.
- «Brevet beveget meg sterkt.»
- overgankelijk, (figuurlijk) aansporen, aandrijven, ompraten, overreden, zetten
- «Hun bevegde ham til å slutte å røyke.»
- Ze overreedde hem niet meer te roken.
- «Hun bevegde ham til å slutte å røyke.»
|
|
- [1-4]: bevege seg
- [1-4]: bevegelig
- [1-4]: bevegelighet
- [1-4]: bevegelse
- [1-4]: bevegende
- [1-4]: beveget
- [1-4]: bevegethet
- [1-4]: beveggrunn
- be·ve·ge
- Afkomstig uit het Nederduits met het voorvoegsel be-
vervoeging | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs | bevege bevega |
bevege bevega |
tegenwoordige tijd | bevegar | beveger |
verleden tijd | bevega | bevegde |
voltooid deelwoord |
bevega | bevegd |
onvoltooid deelwoord |
bevegande | bevegande |
lijdende vorm | bevegast | bevegast |
gebiedende wijs | beveg bevega bevege |
beveg |
vervoegingsklasse | Klasse 1 zwak | Klasse 3 zwak |
opmerking | optioneel | optioneel |
bevege
- overgankelijk bewegen, verplaatsen, overbrengen, verleggen, verroeren
- overgankelijk, (figuurlijk) ontroeren
- overgankelijk, (figuurlijk) begeesteren, enthousiasmeren, frapperen, indruk maken op, motiveren, raken, treffen
- overgankelijk, (figuurlijk) aansporen, aandrijven, ompraten, overreden, zetten
- [1-4]: bevega
|
|
- [1-4]: bevege seg
- [1-4]: bevegeleg
- [1-4]: bevegelse
bevege
- gebiedende wijs van bevega
bevege
- gebiedende wijs van bevege
Categorieën:
- Woorden in het Noors
- Woorden in het Noors van lengte 6
- Woorden in het Noors met audioweergave
- Woorden in het Noors met IPA-weergave
- Voorvoegsel be- in het Noors
- Zwak werkwoord klasse 1 in het Noors
- Zwak werkwoord klasse 3 in het Noors
- Werkwoord in het Noors
- Overgankelijk werkwoord in het Noors
- Figuurlijk in het Noors
- Woorden in het Nynorsk
- Woorden in het Nynorsk van lengte 6
- Woorden in het Nynorsk met audioweergave
- Woorden in het Nynorsk met IPA-weergave
- Zwak werkwoord klasse 1 in het Nynorsk
- Zwak werkwoord klasse 3 in het Nynorsk
- Werkwoord in het Nynorsk
- Overgankelijk werkwoord in het Nynorsk
- Figuurlijk in het Nynorsk
- Werkwoordsvorm in het Nynorsk