verroeren

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  verroeren    (hulp, bestand)
• IPA: / vəˈrurə(n) / (3 lettergrepen)

Woordafbreking

• ver·roe·ren

Woordherkomst en -opbouw

• afgeleid van roeren met het voorvoegsel ver-

stamtijd
onbepaalde wijs	verleden tijd	voltooid deelwoord
verroeren	verroerde	verroerd
zwak -d	volledig

Werkwoord

verroeren

1. wederkerend zich ~: in beweging komen

   • Het roofdier dat op de loer lag verroerde zich niet tot de prooi voldoende dicht genaderd was. 

Vertalingen

    1. in beweging komen   

Duits: rühren (de), bewegen (de) Engels: move (en) Frans: bouger (fr), remuer (fr)

Oudnoords: hreifa Spaans: mover (es)

Gangbaarheid

• Het woord verroeren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "verroeren" herkend door:

97 %	van de Nederlanders;
90 %	van de Vlamingen.