rugga

Uit WikiWoordenboek

Noors

Woordafbreking
  • rug·ga

Werkwoord

rugga

  1. verleden tijd van rugge
  2. voltooid deelwoord van rugge
Schrijfwijzen

Zelfstandig naamwoord

rugga, v

  1. bepaalde vorm nominatief enkelvoud van rugge
Schrijfwijzen


Nynorsk

Woordafbreking
  • rug·ga

Werkwoord

rugga

  1. onbepaalde wijs, tweede vorm naast rugge, zie aldaar

rugga

  1. verleden tijd van rugga
  2. voltooid deelwoord van rugga

rugga

  1. gebiedende wijs van rugga
Schrijfwijzen

Werkwoord

rugga

  1. verleden tijd van rugge
  2. voltooid deelwoord van rugge

rugga

  1. gebiedende wijs van rugge
Schrijfwijzen

Zelfstandig naamwoord

rugga, v

  1. bepaalde vorm nominatief enkelvoud van rugge