Naar inhoud springen

basket

Uit WikiWoordenboek
  • bas·ket
  • van het Engels (mand)
enkelvoud meervoud
naamwoord basket baskets
verkleinwoord - -

debasketv/m

  1. (basketbal) als doel dienende ring met netje
  2. (sport) basketbal
vervoeging van
basketten

basket

  1. enkelvoud tegenwoordige tijd van basketten
  2. gebiedende wijs van basketten
94 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.[1]
enkelvoud meervoud
basket baskets

basket

  1. mand; bak gemaakt van gevlochten rotan of tenen voorzien van een handvat
  2. (basketbal) basket; als doel dienende ring

basket m

  1. (spreektaal), (basketbal), (schoeisel) basketbalschoen
    «Rien de plus chic que les basket Dior.»
    Niets sjiekers dan Dior-basketbalschoenen. [2]
  2. (spreektaal), (sport) basketbal
    «Tous les vendredis, je joue au basket avec mes potes.»
    Iedere vrijdag speel ik basketbal met mijn maten. [2]

basket m

  1. (sport) basketbal