korf

Een korf van bamboe en palmblad.

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  korf    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• korf

Woordherkomst en -opbouw

• Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘mand’ voor het eerst aangetroffen in 1201

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	korf	korven
verkleinwoord	korfje	korfjes

Zelfstandig naamwoord

de korf m

1. een mand van vlechtwerk

   • Tegenwoordig is de korf van het korfbalspel van plastic. 

Synoniemen

• mand

Hyponiemen

   

aalkorf aandelenkorf bijenkorf bloemkorf broodkorf draagkorf eendenkorf eierkorf fruitkorf iemenkorf ijmenkorf indexkorf kiepekorf kinderkorf kindskorf mastkorf muilkorf nestkorf prikkorf rugkorf schanskorf schepkorf steenkorf vijgenkorf viskorf voerkorf vuilkorf vuurkorf zaaikorf zuigkorf

Afgeleide begrippen

• korfbal, korfboog, korffles, korfmossel, korfschelp

Verwante begrippen

• emmer, teil

Vertalingen

    1. een mand van vlechtwerk   

Duits: Korb (de) m Engels: basket (en)

Frans: panier (fr) m, corbeille (fr) v

Werkwoord

vervoeging van
kerven

korf

1. enkelvoud verleden tijd van kerven
   

   • Ik korf. 
     
   • Jij korf. 
     
   • Hij, zij, het korf. 

vervoeging van
korven

korf

1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van korven
   

   • Ik korf. 

2. gebiedende wijs van korven
   

   • Korf! 

3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van korven
   

   • Korf je? 

Synoniemen

• kerfde

Gangbaarheid

• Het woord korf staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "korf" herkend door:

99 %	van de Nederlanders;
98 %	van de Vlamingen.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.