adam

Uit WikiWoordenboek
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • adam
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord adam adams
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

adam m

  1. man die wordt beschouwd als de eerste van een afstammingsreeks
    • Eerder onderzoek suggereerde dat de oermoeder, de eva van het mitochondriaal DNA, een stuk vroeger leefde dan de adam van het Y-chromosoom. [3]
  2. (Jiddisch-Hebreeuws) mens (alleen in onderstaande uitdrukkingen)
Synoniemen
Antoniemen
Uitdrukkingen en gezegden

Gangbaarheid

90 % van de Nederlanders;
89 % van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen


Turks

Woordafbreking
  • adam
enkelvoud meervoud
nominatief   adam     adamlar  
genitief   adamın     adamların  
datief   adama     adamlara  
accusatief   adamı     adamları  
locatief   adamda     adamlarda  
ablatief   adamdan     adamlardan  

Zelfstandig naamwoord

adam

  1. (maatschappij) man
    «Tecrübeli bir adam izlenimini verdi.»
    Hij gaf de indruk van een ervaren man.
  2. (maatschappij) mens
  3. (maatschappij) persoonlijkheid
Hyponiemen
sneeuwpop
wetenschapper
Afgeleide begrippen
per persoon, p.p.
per hoofd
Typische woordcombinaties
  • [1]: genç adam
een jonge man
  • [1]: adam evlâdı
een man met een goede kinderkamer
  • [1]: adam gibi
fatsoenlijk, netjes (letterlijk: als een man)
Uitdrukkingen en gezegden
  • [1]: Âdem ile Havva
Adam en Eva
de kinderschoenen ontgroeien
iemand erg waarderen, veel met iemand ophebben