slecht: verschil tussen versies

Uit WikiWoordenboek
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Kvdrgeus (overleg | bijdragen)
Geen bewerkingssamenvatting
Kvdrgeus (overleg | bijdragen)
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 25: Regel 25:
#kwaadaardig, kwaadwillend, niet van goede wil getuigend
#kwaadaardig, kwaadwillend, niet van goede wil getuigend
{{bijv-1|Een '''slechte''' daad.}}
{{bijv-1|Een '''slechte''' daad.}}
#{{verouderd|nld}} vlak, effen, glad
{{-ant-}}
{{-ant-}}
*[[goed]]
*[[goed]]
Regel 62: Regel 63:


{{expr|'''Slecht''' gemutst zijn|een slecht humeur hebben}}
{{expr|'''Slecht''' gemutst zijn|een slecht humeur hebben}}
{{expr|Goed ( of '''slecht''') aangeschreven staan|Stoett-13 <ref>[http://www.dbnl.org/tekst/stoe002nede01_01 www.dbnl.org]</ref>}}
{{expr|Goed ( of '''slecht''') aangeschreven staan|iets of iemand in zekere klasse rangschikken, op zekere wijze beschouwen of schatten.}}
{{expr|In een '''slechte''' reuk staan|iemand die niet goed bekend staat}}
{{expr|In een '''slechte''' reuk staan|iemand die niet goed bekend staat}}
{{expr|In een goed ( of '''slecht''') blaadje staan|Stoett-242 <ref>[http://www.dbnl.org/tekst/stoe002nede01_01 www.dbnl.org]</ref>}}
{{expr|In een goed ( of '''slecht''') blaadje staan|ergens goed aangeschreven staan}}
{{expr|Met onwillige honden is het '''slecht''' hazen vangen|het is moeilijk om samen te werken met mensen die niet willen}}
{{expr|Met onwillige honden is het '''slecht''' hazen vangen|het is moeilijk om samen te werken met mensen die niet willen}}
{{expr|Recht en '''slecht'''|Stoett-1916 <ref>[http://www.dbnl.org/tekst/stoe002nede01_01 www.dbnl.org]</ref>}}
{{expr|Recht en '''slecht'''|oprecht en eenvoudig}}
{{expr|Van een koude (kale of '''slechte''') kermis (reis of markt) thuiskomen|Stoett-1260 <ref>[http://www.dbnl.org/tekst/stoe002nede01_01 www.dbnl.org]</ref>}}
{{expr|Van een koude (kale of '''slechte''') kermis (reis of markt) thuiskomen|ergens slecht wegkomen}}


{{-trans-}}
{{-trans-}}

Versie van 4 jun 2018 08:18

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • slecht
Woordherkomst en -opbouw
  • afkomstig van:
Middelnederlands: slecht (glad, vlak)
Oudnederlands: sleht
Germaans: *slihtaz

=

  • Verwant in Germaans:
West: Engels: slight (Angelsaksisch: sliht), Duits: schlicht, schlecht (Oudhoogduits: sliht, sleht), Fries: sljocht (Oudfries: sliucht)
Noord: Zweeds: slätt, Deens: slet, Noors: slett, (Oudnoords: sléttr), IJslands: sléttur, Faeröers: slættur
Oost: Gotisch: slaihts
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen slecht slechter slechtst
verbogen slechte slechtere slechtste
partitief slechts slechters -

Bijvoeglijk naamwoord

slecht [1]

  1. van lage kwaliteit
    • Een slecht merk. 
  2. kwaadaardig, kwaadwillend, niet van goede wil getuigend
    • Een slechte daad. 
  3. (verouderd) vlak, effen, glad
Antoniemen
Overerving en ontlening
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Uitdrukkingen en gezegden
  • Slecht gemutst zijn
een slecht humeur hebben
  • Goed ( of slecht) aangeschreven staan
iets of iemand in zekere klasse rangschikken, op zekere wijze beschouwen of schatten.
  • In een slechte reuk staan
iemand die niet goed bekend staat
  • In een goed ( of slecht) blaadje staan
ergens goed aangeschreven staan
  • Met onwillige honden is het slecht hazen vangen
het is moeilijk om samen te werken met mensen die niet willen
  • Recht en slecht
oprecht en eenvoudig
  • Van een koude (kale of slechte) kermis (reis of markt) thuiskomen
ergens slecht wegkomen
Vertalingen
stellend vergrotend overtreffend
slecht slechter het slechtst


Bijwoord

slecht

  1. niet goed
    • Deze groep is wel het slechtst behandeld. 
Antoniemen
Vertalingen

Werkwoord

vervoeging van
slechten

slecht

  1. enkelvoud tegenwoordige tijd van slechten
  2. gebiedende wijs van slechten

Gangbaarheid

100 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen