WikiWoordenboek:Taal van Stijn Streuvels/m
m (deel 1)[bewerken]
- maagdeblauw
- maagdeke, maagdetje
- maagdekensminne
- maagdemeiske
- maagdenbloesem
- maagdenkroon
- maagdenmelk
- maagdenziel
- maagdschap
- maagput
- maaibeende
- maaiersvolk
- maairijp
- maakwerk
- maaldag
- maaldrager
- maalman
- maalslot
- maanbeeld
- maanbelicht
- maanbeschenen
- maandagschorte
- maandstonde
- maanschijnlicht
- maanschijter
- maansching
- maansikkel
- maanzacht
- maarte
- maart(e)maand
- maatgang
- maatje
- maat
- maatschap
- maatstap
- machien
- machtstoot
- madonnafiguurtje
- madonnagelaat
- magertaai
- makke
- makkeren
- makkerschap
- male
- malepraal
- malienpantser
- maloeisachtig
- malsrond
- malsvlezig
- mamsel
- mande
- manebeven
- maneblinken
- manegesching
- maneglans
- maneklaar
- maneklaarte
- manekleur
- manelucht
- manen
- maneschemer
- maneschemeren
- manesching
- manestond
- manestraal
- manetederheid
- manewezen
- mangelbenen
- mangelen
- mangeling
- manhoogde
- manhoogte
- maniak
- manmens
- mannejongen
- manneke
- mannelien, manslien
- mannenaangelegenheid
- mannengroot
- mannenhoogde
- mannenkant
- mannenmens
- mansgroot
- manshoogde
- manslien
- man-te-peerd(e)
- marbel
- marbelen
- marbelrond
- mardimme
- mardjie
- mardjiets
- mare
- mardedrager
- mariakleed
- marktbeweging
- marktloopster
- marktvoorraad
- marktwagen
- marmerstrak
- marmervlak
- marsgoed
- marteko
- martelie
- martie
- massavervoering
- mas(s)eur
- mastelle
- mastic-kleurig
- mastklimming
- mastsper
- matbleek
- matglazen
- matpurper
- matte
- mauw
- mazenere
- me
- medal
- medeen
- medegift
- medekampen
- medekamper
- medekunstenaar
- medemaat
- medeschormen
- medeslaan
- medeslieren
- medetriesten
- medetwefelen
- meebank
- meegaan
- meegenieten
- meegift
- meegroeien
- meekampen
- meekouten
- meelvoeder
- meenst(e)
- meenstig
- meeps
- meerbocht
- meerderheidsgevoel
- meerhaak
- meers
- meerselke
- meersgrond
- meerskant
- meerslucht
- meerstaaf
- meersvlakte
- meervlak
- meeschateren
- meeslaan
- meeslag
- meesleuren
- meesleuring
- meeslieren
- meesmonkelen
- meesnappen
- meesteren
- meesvogel
- meesvogelig
- meetje
- meetkoord
- meetrekken
- meetremen
- meetwefelen
- meeuwenjonk
- meewillen
- meewonen
- meezaam
- meezang
- meezoeven
- meezwellen
- meiblomme
- meiboom
- meidauw
- meidoornen
- meierij
- meimorgen
- meimorgens
- meike
- meisejonk
- mei(s)sen
- meisjesbestaan
- meisjesbond
- meisjeseerbaarheid
- meisjesgeheim
- meisjesgelaat
- meisjesgemoed
- meisjesgril
- meisjeshaar
- meisjesijdelheid
- meisjesjeugd
- meisjeskostschool
- meisjeskreis
- meisjeskudde
- meisjeslijf
- meisjesnieuwgiergiheid
- meisjesploeg
- meisjesschim
- meisjesverbeelding
- meisjesverlangen
- meisjesvreugd
- meisjeswezen
- meiskeskind
- meisseding
- meissefrutte
- meissejong
- meissejonk
- meissekind
- meissekwezel
- meissen
- meisseteeuw
- meissevolk
- melje
- melkaker
- melkbloeme
- melkkalk
- melkkeern
- melkmoeder
- melkspon
- melktas
- melkteel
- melkthee
- melkvigge
- melkwade
- melkwiedstaal
- member
- memorieles
- meneel
- mengelmangel
- mengelmangelen
- menheer
- menigerhand
- mennegat
- menotte
- mensenblik
- mensenboei
- mensengedoe
- mensenhoop
- mensenklomp
- mensenloos
- mensenmaaksel
- mensenmacht
- mensenmenigte
- mensenschepsel
- i. mensenschuw
- ii. mensenschuw
- mensenstap
- mensenverkeer
- mensenwoning
- mensenzweet
- mensenzwerm
- mensie
- mente
- mentebol
- merelaar
- merelen
- merelspel
- merkeloos
- merkweerdig
- merkweerdigheid
- mesdag
- meslemmer
- messe
- messemager
- messenwiel
- messing
- messingstro
- messingzuiper
- mestputwater
- met
- metaalgerammel
- metaalzwaar
- metaliek
- mete
- metselaardiener
- metselbaas
- meubeling
- meugen
- meulen
- meumelen
- meure
- mezeke
- mezerie
- miauwsel
- middagbrood
- middagpunt
- middagstaminee
- middagstilte
- middagtijd
- middel
- middelaarster
- middelbaar
- middelbeuk
- middelgat
- middelklas
- middelkoepel
- middelpaal
- middelruim
- middelruimte
- middelspleet
- middeltijd
- middelwand
- middelwegel
- middenhoogte
- middenlaan
- middenmast
- middenopening
- middenperk
- middenplankier
- middenvoege
- mier
- mierelen
- miereling
- miezerig
- mijdbaar
- mijde
- mijden
- mijdigheid
- mijdzaam
- mijdzaamheid
- mijken
- mijmerachtig
- mijten
- mijwaart
- mijzel
- mijzelen
- mijzeling
- mijzelregenen
- mik
- militairisch
- militieloting
- miltvier
- mimodrama
- minderwaarde
- mingelmangel
- mingelmangelen
- miniatuurbeeld
- miniatuurgeit
- minke
- minnebetrekking
- minnebezoek
- minnebrug
- minnedaad
- minnedrang
- minnegaarde
- minnegefluister
- minnegelonk
- minnegeluk
- minneknaap
- minnekrachtig
- minnekruid
- minnelets
- minnemakerije
- minnenacht
- minnepartijtje
- minneslets
- minnetijd
- minnewijf
- minning(e)
- minsel
- mirakeldoener
- mirobolant
- misachten
- misachtig
- misboren
- misdag
- misdelen
- mise-en-page
- misgang
- misgezindheid
- misgrei
- misgrijp
- misgunnig
- misgunst
- mishuwing
- misjonnen
- misklappen
- miskomen
- miskontent
- mislaten
- misleidsel
- mislopen
- mismaaksel
- mismenend
- mismoed
- mismoedigheid
- mispikkelen
- misplaatsing
- mispraten
- misraakt
- misrake
- missedienaar
- misseklok
- misseplicht
- misslapen
- misspreken
- misterden
- mistlucht
- mistnevel
- mistogen
- mistoortelen
- mistrag
- mistreeuw
- mistregenen
- mistsluier
- mistsmoor
- mistvlaag
- mistvlaak
- mistwasem
- mistwazen
- misuitval
- misuitvallen
- misval
- misvallen
- misvaren
- miszit
- mithriastisch
- mixte
- mizerie
- moddelen
- moddergracht
- moddermeer
- moddervijver
- moederkoe
- moedernaaktheid
- moeie
- moeienis
- moeisteerterij
- moerboog
- moerdauwen
- moere
- moeren
- moerlemeie
- moerpijler
- moeshof
- moes
- moesketvogel
- moester
- moete
- moetens
- mogelijks
- mok
- mokerbuisen
- molendam
- molen-gang
- molenhuis
- molenkelder
- molensteert
- molenterp
- molenwal
- molenwegel
- mollegrauw
- mollegrauwen
- mollegrijmzwart
- mollejong
- mollekaak
- molleprooi
- mollezwart
- molm
- molrond
- moltoon
- momber
- mommelen
- mompe
- mompel
- mondheld
- mondjesmate
- mondlijn
- mondplooi
- monds
- mondschap
- mondsgreep
- mondsvul
- mondvulling
- monkel
- monkellach
- monkelogen
- monkelplooi
- monkelplooien
- monkelrimpel
- monken
- monsterbakkes
- monsterkop
- monstertuig
- mooidoend
- mooien
- mooipraterig
- i. moor
- ii. moor
- moordalaam
- moordelijk
- moorderij
- moordgerief
- moordhistorie
- moordnacht
- moordoof
- moordpeerd
- moorduivel
- moorke
- moorkesgezicht
- moorpoel
- moorstrate
- moortelvoeg
- moosduivel
- moosgebroed
- moospeerd
- moospleute
- moospot
- moosen
- moosser
- moosserij
- moossing
- mordjiets
- more
- morelen
- morgenbrood
- morgendagen
- morgengoed
- morgengrauwen
- morgenklaarte
- morgentroost
- morgenuchtend
- morgenwolk
- morsbruin
- morsdoodstil
- mosaiekbeeld
- mosbed
- mosdreef
- mosgras
- mosmeisje
- mospad
- mossel
- moswegel
- moswijfje
- mot
- mote
- moteur
- moustiquaire
- moze
- muffeldag
- muggelen
- muiken
- muiker
- muis
- muisegrauw
- muishaarde
- muishond
- muishondsnoet
- muit
- muizeke
- muizekensdeeg
- muizekot
- muizelspel
- muizelzak
- muizeneerder
- muizeneren
- muizengoedje
- mulde
- mulling
- multerig
- mulzig
- muniteit
- munk
- munkenklooster
- munte
- musief
- mussenijzer
- mussenschuw
- mutje
- mutsedoos
- mutsemalen
- mutsemalerij
- muurdeel
- muurpand
- muurvak
- muurvlak
- muurwand
- muurwier
- muurwit
- muzeneren
- muziekkast
- muziekske
- muziekspel
- myrrha
m (deel 2)[bewerken]
- maaie
- maantje
- maarten
- maja
- mane
- manes
- manse
- manske
- martje
- meelnie
- mele
- meleke
- mielke
- miene
- mieneka
- mientje
- mina
- mira
- mitte
- mite
- mon