moederkoe

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

moederkoe met kalf
Uitspraak
Woordafbreking
  • moe·der·koe
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord moederkoe moederkoeien
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de moederkoev

  1. koe die net een kalf heeft gekregen
     Een moederkoe van het ras brandrode runderen heeft vrijdag een vrouw in Almelo op de hoorns genomen en haar de lucht in geslingerd. De koe wilde waarschijnlijk haar jonge kalfje beschermen toen de vrouw mogelijk te dichtbij kwam.[2]
     Een kalfje na de geboorte niet weghalen bij de moeder leidt in de praktijk tot grote problemen. Het risico is groot dat de pasgeborenen te weinig drinken, met hun pootjes klem komen te zitten in het rooster van de stal en dat de moeder uierontsteking krijgt. Bovendien leidt het pas na verloop van tijd scheiden van moederkoe en kalf alleen maar tot stress bij beide, omdat ze gehecht zijn geraakt.[3]
Vertalingen

Gangbaarheid

73 % van de Nederlanders;
56 % van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Bronlink Weblink bron “Brandrode moederkoe neemt vrouw op hoorns” (18-10-2013), Tubantia
  3. Bronlink Weblink bron “Twentse boerinnen voeren met #Kalverliefde actie voor pasgeboren kalfjes” (16-03-2016), Tubantia
  4. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be