zanger

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zan·ger
Woordherkomst en -opbouw
  • Afgeleid van zang met het achtervoegsel -er
enkelvoud meervoud
naamwoord zanger zangers
verkleinwoord zangertje zangertjes

Zelfstandig naamwoord

de zangerm

  1. (muziek), (beroep) iemand die zingt.
    • Die band heeft een hele goede zanger. 
  2. (dierkunde) ander dier (vogel) dat zingt
Verwante begrippen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be