wed
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
- wed
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | wed | wedden |
verkleinwoord | wedje | wedjes |
Zelfstandig naamwoord
wed o
- doorwaadbare plaats, voorde [1] [2]
- drenkplaats
- weddenschap [3] [4] [5]
Synoniemen
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Vertalingen
Werkwoord
vervoeging van |
---|
wedden |
wed
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van wedden
- Ik wed.
- gebiedende wijs van wedden
- Wed!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van wedden
- Wed je?
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Gangbaarheid
- Het woord wed staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "wed" herkend door:
86 % | van de Nederlanders; |
71 % | van de Vlamingen.[6] |
Verwijzingen
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 3
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Werkwoordsvorm in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 86 %
- Prevalentie Vlaanderen 71 %