wed

Uit WikiWoordenboek
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Nederlands

Wed met drinkende koeien (Zierikzee)
Uitspraak
Woordafbreking
  • wed
enkelvoud meervoud
naamwoord wed wedden
verkleinwoord wedje wedjes

Zelfstandig naamwoord

wed o

  1. doorwaadbare plaats, voorde [1] [2]
  2. drenkplaats
  3. weddenschap [3] [4] [5]
Synoniemen
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Vertalingen

Werkwoord

vervoeging van
wedden

wed

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van wedden
    • Ik wed. 
  2. gebiedende wijs van wedden
    • Wed! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van wedden
    • Wed je? 

Meer informatie

Gangbaarheid

86 % van de Nederlanders;
71 % van de Vlamingen.[6]

Verwijzingen