wad

Uit WikiWoordenboek
Een wad in Nieuw-Zeeland

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • wad
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord wad wadden
verkleinwoord wadje wadjes

Zelfstandig naamwoord

het wado

  1. (geologie) een bij eb droogvallend buitendijks gebied
    • Het wad is het tehuis van een groot aantal levende wezens. 
Gelijkklinkende woorden
Synoniemen
Verwante begrippen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

91 % van de Nederlanders;
63 % van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen