verliggen/vervoeging
Uiterlijk
| vervoeging van de bedrijvende vorm van verliggen | |||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||
| onvoltooid | tegenwoordig | verliggen | te verliggen | ||||||
| toekomend | zullen verliggen | te zullen verliggen | |||||||
| voltooid | tegenwoordig | zijn verlegen | te zijn verlegen | ||||||
| toekomend | verlegen zullen zijn | verlegen te zullen zijn | |||||||
| onvoltooid deelwoord | voltooid deelwoord | gebiedende wijs | aanvoegende wijs | ||||||
| verliggend | verlegen | ev. verlig | mv. verouderd verligt | verligge | |||||
| aantonende wijs | enkelvoud | meervoud | |||||||
| onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||
| ik | jij, je | u | gij, ge | hij, zij, het | wij, we | jullie | zij, ze | ||
| tegenwoordig (o.t.t.) | verlig | verligt | verligt | verligt | verligt | verliggen | verliggen | verliggen | |
| verleden (o.v.t.) | verlag | verlag | verlag | verlaagt | verlag | verlagen | verlagen | verlagen | |
| toekomend (o.t.t.t.) | zal verliggen | zult/zal verliggen | zult/zal verliggen | zult verliggen | zal verliggen | zullen verliggen | zullen verliggen | zullen verliggen | |
| voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou verliggen | zou verliggen | zou(dt) verliggen | zoudt verliggen | zou verliggen | zouden verliggen | zouden verliggen | zouden verliggen | |
| voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||
| ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||
| tegenwoordig (v.t.t.) | ben verlegen | bent verlegen | bent/is verlegen | zijt verlegen | is verlegen | zijn verlegen | zijn verlegen | zijn verlegen | |
| verleden (v.v.t.) | was verlegen | was verlegen | was verlegen | waart verlegen | was verlegen | waren verlegen | waren verlegen | waren verlegen | |
| toekomend (v.t.t.t.) | zal verlegen zijn | zal/zult verlegen zijn | zult/zal verlegen zijn | zult verlegen zijn | zal verlegen zijn | zullen verlegen zijn | zullen verlegen zijn | zullen verlegen zijn | |
| voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou verlegen zijn | zou verlegen zijn | zou/zoudt verlegen zijn | zoudt verlegen zijn | zou verlegen zijn | zouden verlegen zijn | zouden verlegen zijn | zouden verlegen zijn | |