východ
Uiterlijk
- IPA: /viːxɔt/
- vý·chod
východ m
- (windstreek) oost, oosten; de richting waar de zon opkomt
- het oosten; een oostelijk gebied
- (astronomie) opkomst; het boven de horizon verschijnen van een hemellichaam
- uitgang
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- vý·chod
- (windstreek) oost, oosten; de richting waar de zon opkomt
- het oosten; een oostelijk gebied
- (astronomie) opkomst; het boven de horizon verschijnen van een hemellichaam
- uitgang
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
nominatief | východ | východy |
genitief | východu | východů |
datief | východu | východům |
accusatief | východ | východy |
vocatief | východe | východy |
locatief | východu / východě | východech |
instrumentalis | východem | východy |
- světová strana v
- –
- –
- –
|
|
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- Internetová jazyková příručka - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)
- Slovník spisovného jazyka českého - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)
- Příruční slovník jazyka českého - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)
- Česko-německý slovník Fr. Št. Kotta - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch / Duits)
Categorieën:
- Woorden in het Slowaaks
- Woorden in het Slowaaks met IPA-weergave
- Zelfstandig naamwoord in het Slowaaks
- Windstreek in het Slowaaks
- Astronomie in het Slowaaks
- Woorden in het Tsjechisch
- Woorden in het Tsjechisch met IPA-weergave
- Woorden in het Tsjechisch met audioweergave
- Zelfstandig naamwoord in het Tsjechisch
- Windstreek in het Tsjechisch
- Astronomie in het Tsjechisch
- Mannelijk zelfstandig naamwoord in het Tsjechisch
- Onbezield mannelijk zelfstandig naamwoord in het Tsjechisch