timbre
Uiterlijk
- tim·bre
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | timbre | timbres |
verkleinwoord | - | - |
het timbre o
- kenmerkende klank van een stem of muziekinstrument zoals die ontstaat door de boventonen en het verloop van de geluidssterkte van een toon
- Overigens, wie zich bij een shofar een gigantisch gevaarte voorstelt, heeft het mis; de shofar is een ramshoorn, een gebochelde pijp die makkelijk in de handbagage past. Alvin Curran produceerde op de shofar heroïsche klaroenstoten met een saxofoonachtig timbre, die - met meer valse lucht geblazen - soms de gedaante van noodkreten aannamen. [3]
- Terwijl Erna Spoorenberg mij de gelijke scheen van Noordewier wat de onfeilbare aanwending betreft van haar vocale instrument, leek zij me toch bevoorrecht boven die edelste der sopranen van vroeger, omdat haar stembanden werden begiftigd met een rijkere resonans, met een subtielere schakering van de natuurlijke bijtonen die het timbre vormen van een geluid. [4]
- Overigens is haar stemgeluid van een week maar tevens krachtig timbre, en alhoewel de bezitster daarvan reeds de middelbare jaren van leeftijd bereikt heeft, is deszelfs jeugdige frischheid nog niet verdwenen. [5]
- Het woord timbre staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "timbre" herkend door:
81 % | van de Nederlanders; |
88 % | van de Vlamingen.[6] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ timbre op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Oskamp, J."Curran stort vuilnisvat vol modern gefröbel over de luisteraar uit" in: De Volkskrant jrg. 74 nr. 21722 (21 december 1995); p. 19 kol. 7; geraadpleegd 2019-01-04
- ↑ Vermeulen, M. (eds. O. Vermeulen & T. Braas)"Muzikale Lente (29 april 1950)" in: Bijdragen aan De Groene Amsterdammer (juni 1946-juli 1956). op website: dbnl.org; geraadpleegd 2019-01-04
- ↑ "Hoogduitsche Schouwburg." in: Algemeen Handelsblad jrg. 11 nr. 2153 (28 september 1838 ); p. 4 kol. 3; (oudste vindplaats op Delpher als gewoon Nederlands) geraadpleegd 2019-01-04
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
- tim·bre
enkelvoud | meervoud |
---|---|
timbre | timbres |
timbre m
- timbre in: Diccionario de la lengua española, 23e druk, op website: Real academia española
- IPA: /tɛːmbr/
- Leenwoord uit het Frans
- (muziek) timbre, klankkleur; kenmerkende klank van een stem of muziekinstrument zoals die ontstaat door de boventonen en het verloop van de geluidssterkte van een toon
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
nominatief | timbre | timbry |
genitief | timbru | timbrů |
datief | timbru | timbrům |
accusatief | timbre | timbry |
vocatief | timbre | timbry |
locatief | timbru | timbrech |
instrumentalis | timbrem | timbry |
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 6
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 2 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 81 %
- Prevalentie Vlaanderen 88 %
- Woorden in het Spaans
- Woorden in het Spaans van lengte 6
- Woorden in het Spaans met audioweergave
- Zelfstandig naamwoord in het Spaans
- Woorden in het Tsjechisch
- Woorden in het Tsjechisch met IPA-weergave
- Zelfstandig naamwoord in het Tsjechisch
- Muziek in het Tsjechisch
- Mannelijk zelfstandig naamwoord in het Tsjechisch
- Onbezield mannelijk zelfstandig naamwoord in het Tsjechisch