deurbel
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen

Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- deur·bel
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van deur en bel
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | deurbel | deurbellen |
verkleinwoord | deurbelletje | deurbelletjes |
Zelfstandig naamwoord
- een instrument waarmee bezoekers aangeven dat ze aan de deur staan
- Omdat de radio hard stond kon hij de deurbel niet horen.
- ▸ Een van hun favoriete spelletjes stond op het punt van beginnen: talloze malen kort op de deurbel drukken totdat hun vader met een quasi kwaad gezicht opendeed.[1]
Verwante begrippen
Vertalingen
1. een instrument waarmee bezoekers aangeven dat ze aan de deur staan
Gangbaarheid
- Het woord deurbel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "deurbel" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ “ (2006), A. W. Bruna Uitgevers B. V. , Utrecht, ISBN 90-229-9182-2
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 7
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 2 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 100 %
- Prevalentie Vlaanderen 99 %