suit
Uiterlijk
enkelvoud | meervoud |
---|---|
suit | suits |
vervoeging | |
---|---|
onbepaalde wijs | to suit |
he/she/it | suits |
verleden tijd | suited |
voltooid deelwoord |
suited |
onvoltooid deelwoord |
suiting |
gebiedende wijs | suit |
suit
- (kleding) kostuum, pak [4], [5]
- (kaartspel) kleur
- (juridisch) rechtsgeding
- petitie, verzoek
- (verouderd) huwelijksaanzoek
suit
vervoeging van |
---|
suivre |
suit
Categorieën:
- Woorden in het Engels
- Woorden in het Engels van lengte 4
- Zelfstandig naamwoord in het Engels
- Werkwoord in het Engels
- Kleding in het Engels
- Kaartspel in het Engels
- Juridisch in het Engels
- Verouderd in het Engels
- Onovergankelijk werkwoord in het Engels
- Overgankelijk werkwoord in het Engels
- Woorden in het Frans
- Woorden in het Frans van lengte 4
- Werkwoordsvorm in het Frans