steenkoud
Uiterlijk
- steen·koud
- intensiverende samenstelling van steen zn en koud bn , mogelijk een leenvertaling van Duits steinkalt [1]
stellend | |
---|---|
onverbogen | steenkoud |
verbogen | steenkoude |
partitief | steenkouds |
steenkoud
- heel erg koud
- ▸ De nachten werden steenkoud waardoor ik met al mijn kleren aan moest slapen.[3]
- zonder enig medegevoel
- Bij die ouders en hun schare personeel groeide Juliana op in een soms steenkoud paleis. Daar ontwikkelde ze al snel het verlangen om ‘gewoon’ te zijn. Dat verlangen was voorstelbaar, de onmogelijkheid om het werkelijk te realiseren was evident. [4]
- [1] doodkoud, inkoud, ijskoud, stervenskoud
- [2] harteloos, gevoelloos, medogenloos, ongevoelig
- [1] bloedheet, snikheet
- [2] hartverwarmend
- Het woord steenkoud staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "steenkoud" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
93 % | van de Vlamingen.[5] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ NRC Pieter Kottman 28 februari 1997
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- ↑ NRC Arjen Fortuin 27 oktober 2016
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 9
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 2 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Intensivering in het Nederlands
- Samenstelling in het Nederlands
- Bijvoeglijk naamwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 98 %
- Prevalentie Vlaanderen 93 %