ongevoelig
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: ongevoelig (hulp, bestand)
Woordafbreking
- on·ge·voe·lig
Woordherkomst en -opbouw
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | ongevoelig | ongevoeliger | ongevoeligst |
verbogen | ongevoelige | ongevoeligere | ongevoeligste |
partitief | ongevoeligs | ongevoeligers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
ongevoelig [1]
- zonder gevoel bij prikkeling van de zintuigen
- ▸ Ze had een hautaine, zowel gekwetste als neerbuigende blik, alsof ze een dichteres was die zich met tegenzin onder het ongevoelige gepeupel begaf. `Frarwaise; fluisterde de grote Griek en hij keek mij aan met een veelbetekenende blik, waarvan ik niet goed wist wat die betekende.[2]
- onaangedaan, onaandoenlijk, onbewogen
Afgeleide begrippen
Antoniemen
Vertalingen
1. zonder gevoel bij prikkeling van de zintuigen
Gangbaarheid
- Het woord ongevoelig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "ongevoelig" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[3] |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ “Grand Hotel Europa” (2018), De Arbeiderspers , ISBN 978-90-295-2622-7, p. 31
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be