specificeren

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • spe·ci·fi·ce·ren
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
specificeren
specificeerde
gespecificeerd
zwak -d volledig

Werkwoord

specificeren overgankelijk

  1. (handel), (wetenschap), (techniek) de onderdelen en bijzonderheden van een geheel in duidelijke details beschrijven
    • Wij zullen de rekening nog nader voor u specificeren. 
Synoniemen
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

98 % van de Nederlanders;
84 % van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen