publicatie
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: publicatie (hulp, bestand)
Woordafbreking
- pu·bli·ca·tie
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘uitgave, kennisgeving’ voor het eerst aangetroffen in 1451 [1]
- Afgeleid van publiceren met het achtervoegsel -atie
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | publicatie | publicaties |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
publicatie v
- het uitgeven van een geschrift
- uitgegeven werk
- afkondiging, openbaarmaking
- ▸ Het islamitische Haga Lyceum probeerde de publicatie van het uiterst kritische inspectierapport voor de zomer al te voorkomen, maar ook toen ving de school bot.[2]
- papier waarop een afkondiging staat
Hyponiemen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord publicatie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "publicatie" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[3] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ "publicatie" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑
Weblink bron
Tjerk Gaulthérie van Weezel en Rik Kuiper“Gerechtshof brandt vingers niet aan inspectierapport over Haga Lyceum” (24 december 2019), de Volkskrant - ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be