offerte
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- of·fer·te
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘aanbieding’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1824 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | offerte | offertes offerten |
verkleinwoord | offertetje | offertetjes |
Zelfstandig naamwoord
- een aanbieding van goederen of diensten tegen een vaste prijs
- Er werd een offerte opgemaakt in dat kantoortje.
Vertalingen
1. een aanbieding van goederen of diensten tegen een vaste prijs
Gangbaarheid
- Het woord offerte staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "offerte" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.