schrijnen/vervoeging
Uiterlijk
vervoeging van de bedrijvende vorm van schrijnen | |||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||
onvoltooid | tegenwoordig | schrijnen | te schrijnen | ||||||
toekomend | zullen schrijnen | te zullen schrijnen | |||||||
voltooid | tegenwoordig | hebben geschrijnd | te hebben geschrijnd | ||||||
toekomend | geschrijnd zullen hebben | geschrijnd te zullen hebben | |||||||
onvoltooid deelwoord | voltooid deelwoord | gebiedende wijs | aanvoegende wijs | ||||||
schrijnend | geschrijnd | ev. schrijn |
mv. verouderd schrijnt |
schrijne | |||||
aantonende wijs | enkelvoud | meervoud | |||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||
ik | jij, je | u | gij, ge | hij, zij, het | wij, we | jullie | zij, ze | ||
tegenwoordig (o.t.t.) | schrijn | schrijnt | schrijnt | schrijnt | schrijnt | schrijnen | schrijnen | schrijnen | |
verleden (o.v.t.) | schrijnde | schrijnde | schrijnde | schrijnde | schrijnde | schrijnden | schrijnden | schrijnden | |
toekomend (o.t.t.t.) | zal schrijnen | zult/zal schrijnen | zult/zal schrijnen | zult schrijnen | zal schrijnen | zullen schrijnen | zullen schrijnen | zullen schrijnen | |
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou schrijnen | zou schrijnen | zou(dt) schrijnen | zoudt schrijnen | zou schrijnen | zouden schrijnen | zouden schrijnen | zouden schrijnen | |
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||
tegenwoordig (v.t.t.) | heb geschrijnd | hebt geschrijnd | hebt/heeft geschrijnd | hebt geschrijnd | heeft geschrijnd | hebben geschrijnd | hebben geschrijnd | hebben geschrijnd | |
verleden (v.v.t.) | had geschrijnd | had geschrijnd | had geschrijnd | hadt geschrijnd | had geschrijnd | hadden geschrijnd | hadden geschrijnd | hadden geschrijnd | |
toekomend (v.t.t.t.) | zal geschrijnd hebben | zal/zult geschrijnd hebben | zult/zal geschrijnd hebben | zult geschrijnd hebben | zal geschrijnd hebben | zullen geschrijnd hebben | zullen geschrijnd hebben | zullen geschrijnd hebben | |
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou geschrijnd hebben | zou geschrijnd hebben | zou/zoudt geschrijnd hebben | zoudt geschrijnd hebben | zou geschrijnd hebben | zouden geschrijnd hebben | zouden geschrijnd hebben | zouden geschrijnd hebben |