sap
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- sap
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | sap | sappen |
verkleinwoord | sapje | sapjes |
Zelfstandig naamwoord
sap o
- (drinken) vloeibare substantie (vocht) meestal afkomstig van planten en dan vaak gebruikt om te drinken
- De sappen van de rubberboom worden afgetapt.
- Bij het ontbijt drinken we sinaasappelsap.
Hyponiemen
|
Afgeleide begrippen
Anagrammen
Vertalingen
1. plantenvocht
Gangbaarheid
- Het woord sap staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "sap" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[3] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ "sap" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ sap op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be