spa
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- spa
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | spa | spa's |
verkleinwoord | spaatje | spaatjes |
Zelfstandig naamwoord
- spade, spitwerktuig, graafwerktuig
- Met een spa kan men de grond omspitten, een schop wordt meer gebruikt om kuilen te graven.
- bronwater [5]
Afgeleide begrippen
Woordherkomst en -opbouw
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | spa | spader | spaadst |
verbogen | spade | spadere | spaadste |
partitief | spaads | spaders | - |
Bijvoeglijk naamwoord
spa [7]
Gangbaarheid
- Het woord spa staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "spa" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[8] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ "spa" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ spa op website: Etymologiebank.nl
- ↑ spa op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ spa op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be