organisatie
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: organisatie (hulp, bestand)
- IPA:
- (Noord-Nederland): /ˌɔrχɑniˈzaʦi/
- (Vlaanderen, Brabant, Limburg): /ˌɔrɣɑniˈzasi/
Woordafbreking
- or·ga·ni·sa·tie
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van organiseren met het achtervoegsel -atie
- Ontleend aan het Franse organisation of het middeleeuws Latijnse organizatio (met als oorspronkelijke betekenis "orgelspel").
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | organisatie | organisaties |
verkleinwoord | organisatietje | organisatietjes |
Zelfstandig naamwoord
- het organiseren
- Het is nog een hele organisatie om het feest voor te bereiden.
- de manier waarop iets georganiseerd is
- De interne organisatie van dat bedrijf is hoogst ondoorzichtig.
- een groep die een bepaald doel of of bepaalde rol heeft
- Deze organisatie leidt de strijd tegen AIDS.
Antoniemen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
|
Verwante begrippen
Vertalingen
1. het organiseren
2. de manier waarop iets georganiseerd is
3. een groep die een bepaald doel of of bepaalde rol heeft
|
Gangbaarheid
- Het woord organisatie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "organisatie" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 11
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Achtervoegsel -atie in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 99 %
- Prevalentie Vlaanderen 100 %