zelfstandigenorganisatie

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zelf·stan·di·gen·or·ga·ni·sa·tie
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zelfstandigenorganisatie zelfstandigenorganisaties
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de zelfstandigenorganisatiev

  1. organisatie waar ondernemers lid van kunnen zijn
     Wie ondanks alle moeite geen baan in loondienst kan vinden, kan overwegen zelfstandig ondernemer te worden. Bert Breukers van de zelfstandigenorganisatie ROZ Twente legt op de online banenmarkt uit, wat de perspectieven zijn.[1]
     De aanslagen in Brussel van dinsdag hebben ook de plaatselijke winkeliers flink getroffen. De omzet zou gemiddeld ruim gehalveerd zijn, zo blijkt uit een rondvraag van zelfstandigenorganisatie NSZ. Ook hotels zagen het aantal annuleringen stijgen.[2]

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Bronlink Weblink bron “Ruim 1000 werkzoekenden loggen in op Online Banenmarkt Twente” (19-02-2016), Tubantia
  2. Bronlink Weblink bron “Omzet Brusselse winkels keldert” (25-03-2016), Reformatorisch Dagblad