moduleren
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- mo·du·le·ren
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘voordragen’ voor het eerst aangetroffen in 1669 [1]
- afgeleid van het Franse moduler met het achtervoegsel -eren
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
moduleren |
moduleerde |
gemoduleerd |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
moduleren
- inergatief (muziek) overgaan van de ene toonsoort op de andere
- Het stuk moduleert hier van C-groot naar a-klein.
- overgankelijk (informatica) het omzetten van een analoog signaal naar een digitaal b.v. pulscodemodulatie, van analoog naar digitaal converteren
- overgankelijk (elektronica) (telecommunicatie) het moduleren van een analoog signaal op een draaggolf met veel hogere frequentie teneinde het resultaat meer geschikt te maken voor de transmissieweg
- men kan de amplitude, de fase of de frequentie moduleren
- Het signaal van de microfoon moduleert in de modulator de draaggolf.
Antoniemen
Afgeleide begrippen
- demodulatie, modulatie, modulator, modulering, amplitudemodulatie, fasemodulatie, frequentiemodulatie
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord moduleren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "moduleren" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 9
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Achtervoegsel -eren in het Nederlands
- Zwak werkwoord (-d) in het Nederlands
- Werkwoord in het Nederlands
- Niet-samengesteld werkwoord in het Nederlands
- Inergatief werkwoord in het Nederlands
- Muziek in het Nederlands
- Overgankelijk werkwoord in het Nederlands
- Informatica in het Nederlands
- Elektronica in het Nederlands
- Telecommunicatie in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 99 %
- Prevalentie Vlaanderen 98 %